Voeding
Krachtvoer
Krachtvoer zijn brokken. Een paar voorbeelden zijn:
- Rundvee A brok (deze is vrij goedkoop)
- Geitenbrok
- Hertenbrok (deze bevat meer vitamines, maar een geit mag hier niet te veel van hebben.)

Ruwvoer
Onder ruwvoer valt het volgende:
- Gras
Geiten zijn geen grazers en houden dus ook niet van gras waar anderen op hebben gelopen. Daarom is het beste om ze vers gras te geven.
-Hooi
Hooi is natuurlijk ook een goed voedingsmiddel. Maar zorg er wel voor dat het hooi is dat van weilanden komt die goed bemest zijn. Dat zorgt ervoor dat er meer eiwitten in zitten vergeleken met ‘natuurhooi’.
- Gedroogde Brandnetels
Geiten eten dit best vaak, hoewel je dat niet zou verwachten. Hiervan is geen voedingswaarde bekend.
- Mais
Van mais krijgen de geiten veel energie. Het bevat weinig eiwitten, dus vul dit aan met eiwitrijke brokken. Bij het voeren van mais moet je er voor zorgen dat ze niet te veel eten aangezien ze er snel te dik van kunnen worden..

- Kuilgras
Kuilgras moet ook van goede kwaliteit zijn. Dat houdt in dat het luchtdicht geconserveerd moet zijn, en dat er geen zand in zit. Kuilgras in balen plastic is vaak een goede oplossing, mits deze droog worden bewaard.
Bij ruwvoer moet je er op letten dat het fris ruikt en niet stoft. Ook mogen er geen schimmelplekken in zitten.
Mineralen en sporenelementen
Als er geen krachtvoer verstrekt word is het nodig om mineralen en sporenelementen ter beschikking te stellen. Zeker op begrazingsprojecten is dit heel goed.
Zorg ervoor:
- Dat er de hele dag ruwvoer tot de beschikking is.
- Geiten die drachtig zijn hebben meer krachtvoer nodig dan de rest.
- Dieren die nog moeten groeien hebben meer eiwitten nodig.
- Zorg dat iedere individuele geit aan zijn benodigde hoeveelheid voer kan komen.
-Zorg dus voor voldoende eetplaatsen.
Voeding voor het lam
Goede (koeien)biestvoorziening van het lam is heel belangrijk.
Biest is de eerste melk van de geit na de geboorte. Deze bevat veel eiwitten, waarvan 75% afweerstoffen tegen bacteriën en virussen zijn.
Het lam heeft nog geen afweer tegen bacteriën en virussen daarom is de biest zo belangrijk. De antistoffen uit de biest worden opgenomen via de darmwanden. De darmwand neemt het na 48 uur niet meer op. Dus biestverstrekking moet zo snel mogelijk gebeuren.
50 tot 100 ml de eerste keer is al voldoende. 5 keer voeren op de eerste dag. Minimaal 100 ml biest per kg lam.
Een lam moet minimaal 6 weken melk drinken. Vanaf 14 dagen moet ze goed ruwvoer en eventueel krachtvoer (kalverkorrels) eten. Zodat ze al vroeg hieraan kunnen wennen. Dit is erg belangrijk omdat de voormagen zich hierdoor ontwikkelen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb